Tweeling- en familiestudies hebben variaties aangetoond in de erfelijkheidsschattingen van bipolaire stoornis (BPD). De huidige studie maakt gebruik van een geactualiseerde statistische methodologie voor het schatten van erfelijkheidsgraad bij BPS door rekening te houden met de beschikbare tijd van follow-up en tegelijkertijd te controleren op co-variaten. We identificeerden monozygote en dizygote tweelingen van hetzelfde en verschillend geslacht met BPS (n = 804) of onaangetast door BPS (n = 91.604) uit het Zweedse Tweelingenregister en het Nationale Patiëntenregister. We pasten structurele equationele modellering toe met omgekeerde kansweging om de erfelijkheidsgraad te schatten, rekening houdend met censurering en afkapping van gegevens. Er werden modellen voor geslachtsbeperking gemaakt om kwalitatieve of kwantitatieve sekseverschillen bij BPS te analyseren. De erfelijkheidsgraad voor BPS was 60,4% (95% betrouwbaarheidsinterval: 50,3-70,5) nadat rekening was gehouden met leeftijd, geslacht, verkorting van de linkerhand en censurering van de gegevens. Een groter deel van de vrouwen had last van BPS (vrouwen 62,2%; mannen 37,8%, p < 0,001), maar er werd geen geslachtsverschil in erfelijkheidsgraad gevonden, noch seksespecifieke genetische effecten. We hebben een robuuste erfelijkheidsgraad van 60% voor BPS aangetoond, zonder bewijs van geslachtsspecifieke genetische effecten op ziektebelasting.