Competentie, autonomie en verbondenheid in de klas: inzicht in motivatieprocessen van leerlingen met behulp van de zelfdeterminatietheorie

Het doel van de huidige studie is om de relaties tussen behoeftebevrediging, motivatie en resultaten te onderzoeken, evenals de differentiële effecten van de drie psychologische behoeften. De steekproef bestond uit 1549 leerlingen van 10 middelbare scholen in Singapore. Analyse van structurele vergelijkingsmodellering (SEM) toonde aan dat de psychologische behoeften van studenten positief verband houden met autonome motivatie, en dit op zijn beurt leidt tot meer plezier, waarde en lagere druk. Aan de andere kant waren de drie psychologische behoeften negatief gerelateerd aan gecontroleerde motivatie. Gecontroleerde motivatie was positief gerelateerd aan druk, maar negatief gerelateerd aan plezier en waarde. In termen van de differentiële effecten van de drie psychologische behoeften, droeg verbondenheid sterk bij aan autonome motivatie, vergeleken met autonomie en competentie. Daarentegen, terwijl autonomie en verbondenheid negatief bijdroegen aan gecontroleerde motivatie, voorspelde competentie een positieve gecontroleerde motivatie. Ten slotte bleek competentie op een negatieve manier verband te houden met druk. Samenvattend bieden de bevindingen van de huidige studie ondersteuning aan de stellingen van SDT en geven ze enig inzicht in de differentiële effecten van de drie psychologische behoeften.

Write a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *