Syncretisme

Overzicht van recent onderzoek

Sinds de jaren zestig, de heropleving van religieuze bewegingen in veel samenlevingen, de opwaartse trend van ‘fundamentalisme’ en protestants sektarisme, van het charismatisch christendom en de vele processen van een snel veranderend religieus landschap (bekeringen, nieuw syncretisme) hebben de aandacht van historici getrokken en geleid tot een kritische herziening van de ‘secularisatietheorie’, die sociale modernisering gelijk stelde aan een algemene achteruitgang van religie. Religie is herontdekt als een relatief autonoom systeem van communicatie en symboliek dat de habitus van individuen of identiteitsconstructies van sociale groepen vormt en een positieve of negatieve invloed uitoefent op de ontwikkeling van samenlevingen. Als gevolg hiervan worden de oude debatten over de definitie van religie en meesterverhalen over modernisering, ontkerstening of secularisatie gestaag vervangen door microstudies naar de diverse religieuze milieus van de moderne tijd. Hoewel religie een centraal onderwerp is geworden in het historische discours van alle landen in het algemeen, verdienen verschillende nationaal-culturele bijzonderheden vermelding.

In Frankrijk, het werk van Lucien Febvre (1878–1956) en Marc Bloch (1886– 1944), samen met het tijdschrift Annales, Histoire, Sciences Sociales (oorspronkelijk getiteld Annales d “histoire économique et sociale) dat ze in 1929 oprichtten, de geschiedschrijving van religie voorzien van een vernieuwende benadering die brak met de politiek-historiografische traditie van de negentiende eeuw Hun doel was om een tijdelijke laag van longue durée bloot te leggen (Fernand Braudel, 1902–85), dat wil zeggen, lange perioden die niet alleen de politieke en sociaaleconomische geschiedenis formeel vormgeven, maar ook de concrete ervaringswereld van de algemene bevolking. Concepten die voortkwamen uit de Annales-geschiedschrijving, zoals ‘structuur’ en ‘longue durée’, werden vervolgens heuristisch toegepast op de bredere discussie over collectieve ‘mentaliteiten’, van w waarvan vooral de godsdienstgeschiedschrijving profiteerde.

Hoewel de term histoire des mentalités al snel een sleutelbegrip werd in de Annales-geschiedschrijving, was er geen overeenstemming bereikt over de vraag wat ‘mentaliteit’ precies inhoudt. Ondanks deze definitieproblemen kan histoire des mentalités in het algemeen worden beschreven als een historisch discours gericht op het collectieve bewustzijn van een tijdperk, dwz de cognitieve, ethische en affectieve disposities, die de onbetwiste culturele basis vormen voor het dagelijks leven van individuen en sociale media. groepen, waarmee ze hun identiteit vormen. In zijn toepassing op de geschiedenis van de religie bracht deze benadering een verandering van perspectief teweeg, weg van de bekrompen argumentatie van de kerkelijke geschiedschrijving: religieuze geschiedenis werd gezien als een geschiedenis van religieus bewustzijn waarvan de dragers grotendeels anoniem blijven. Hierna begonnen godsdiensthistorici in Frankrijk minder belang te hechten aan belangrijke gebeurtenissen, persoonlijkheden en instellingen, en zich te concentreren op ‘structureel-historische’ en in het bijzonder ‘antropologische’ vragenlijsten.

Hier hun onderzoeken hadden betrekking op historisch verschillende houdingen ten aanzien van geboorte en kindertijd, sterfelijkheid en dood, lichamelijkheid en seksualiteit, natuur en het milieu, God en de Kerk, hemel en hel (vgl. Ph. Ariés, M. Vovelle, J. Le Goff, J. Delumeau). Tot op heden hebben exponenten van histoire des mentalités echter nauwelijks onderzoek gedaan naar de religieuze cultuur van de recentere geschiedenis, waarbij ze zich eerder concentreerden op de middeleeuwen en de vroege moderne tijd, en – in samenwerking met experts in de oude geschiedenis zoals J.-P. Vernant, M. Detienne en P. Vidal-Naquet sinds de jaren 1970 – over de religieuze geschiedenis van de oudheid. Verdere nadelen van het toepassen van deze historische benadering op religieuze geschiedschrijving komen voort uit de nadruk die wordt gelegd op de vermeende duurzaamheid van mentale neigingen, het negeren van de veranderingsprocessen binnen de religieuze mentaliteit en het negeren van de conflicten die worden veroorzaakt door verschillende religieuze achtergronden (als gevolg van de acculturatie van buitenlandse ideeën en praktijken of vanwege innerlijke sociale verschillen).

In Duitsland, de ‘sociaalhistorische wending’ van de jaren zestig en zeventig, evenals de institutionele scheiding van kerkgeschiedenis (nagestreefd binnen theologische faculteiten) en de algemene geschiedenis moedigde geleerden aan om religie en belijdenis te zien als niets anders dan marginale factoren in de geschiedenis van de moderne tijd. Sinds de jaren zeventig zijn er echter verschillende pogingen ondernomen om religieus-historische perspectieven te integreren in de sociale geschiedschrijving (vgl. W. Schieder, R. van Dülmen, R. von Thadden) en om historisch onderzoek in de kerkgeschiedenis en theologie open te stellen voor de methodologische debatten van culturele en sociale wetenschappers (cf. M. Greschat, K. Nowak, FW Graf).Talrijke jongere historici doen nu onderzoek naar een reeks religieuze milieus, zoals kerkelijke organisaties en festiviteiten, theologische controverses en ruzies over religieuze symboliek, evenals het gespannen samenleven van katholieken, protestanten en joden. De ineenstorting van Oost-Duitsland heeft bovendien geleid tot een nieuwe gevoeligheid voor de politieke rol van kerken en hun deels antagonistische, deels bevestigende relatie met de ‘politieke religies’ van de twintigste eeuw. En als laatste, maar zeker niet de minste, bracht de holocaust wereldwijd intensief onderzoek op gang naar het culturele klimaat van het Duitse jodendom en de door conflicten geteisterde geschiedenis die uiteindelijk leidde tot de vernietiging van de ‘Duits-joodse synthese’.

In het VK worden discussies nog steeds bepaald door het gewicht van de sociale antropologie (cf. B. Malinowski, AR Radcliffe-Brown). Hier werden vanaf het begin – in tegenstelling tot in Duitsland – ‘samenleving’ en ‘cultuur’ gezien als één, en werd er aandacht besteed aan de klassespecifieke religie van de beroepsbevolking en de processen van religieuze verandering in de stedelijke centra van dit land (vgl. H McLeod) Bijzonder baanbrekend waren de studies over het verband tussen religieus radicalisme en revolutie (zie Ch. Hill) en tussen Methodisme en de opkomende arbeidersbeweging (zie EP Thomson) Onderzoek naar de processen van religieus-theologische differentiatie in de Anglicaanse kerken heeft ook gebruik gemaakt van de interpretatieve benadering van histoire des mentalités.

In de VS zijn religiehistorici sinds de jaren tachtig sterk beïnvloed door de ‘interpretatieve’ etnologie (waarbij het concept ‘begrip’ wordt benadrukt in plaats van dat van ‘verklaring’) en culturele antropologie van C. Geertz. Naast het klassieke zelfreflecterende discours over de religie van inheemse Amerikanen, het geloof van de Pilgrim Fathers, het pluralisme binnen de protestantse denominationali sm, de opkomst van een specifiek Amerikaans katholiek zelfbegrip in de late negentiende eeuw en een ‘burgerlijke religie’ (N. Bellah) in staat religieus pluralisme te integreren in de meest recente Amerikaanse geschiedschrijving van religie, hebben thema’s als geslacht, ras, taal en de religieuze vormen van minderheidsgroepen een belangrijke rol gespeeld. Daarnaast het etnologische debat over ‘Schrijfcultuur’ (nl. Het constructieve karakter dat inherent is aan zelfportret en de beschrijving van wat vreemd is; cf. F. Clifford / GE Marcus), de vergelijkende analyse van fundamentalistische bewegingen in de wereldreligies (ME Marty), de interpretatie van de religieuze ontwikkelingen in Latijns-Amerika (D. Martin) en de onderlinge relatie tussen recht en religie (W. Fallers Sullivan) hebben centraal gestaan in recent onderzoek. De huidige Noord-Amerikaanse religieuze geschiedschrijving heeft ook enorm geprofiteerd uit de toepassing van economisch-theoretische benaderingen (Stark en Bainbridge, 1985; Stark en Finke, 2000).

Write a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *