Niemand weet precies wat de laatste woorden van Julius Caesar waren. In ‘The Lives of Twelve Caesars’, 165 jaar na de moord, schrijft de historicus Gaius Suetonius Tranquillus:
Toen hij zag dat hij aan alle kanten werd geteisterd door getrokken dolken, doofde hij zijn hoofd in zijn gewaad, en trok tegelijkertijd met zijn linkerhand zijn schoot over zijn voeten om fatsoenlijker te vallen, met ook het onderste deel van zijn lichaam bedekt.
Maar Seutonius merkt ook op dat ‘sommigen hebben geschreven’ dat toen Caesar zijn goede vriend Marcus Brutus op hem af zag rennen, hij in het Grieks zei: ‘Kai su, teknon’, een uitdrukking die notoir moeilijk te vertalen is, maar vaak wordt weergegeven ‘ Jij ook, mijn kind? “
Sommige historici hebben deze zin niet opgevat als een van de schokken over Brutus” verraad, maar als een bedreiging voor de samenzweerder, zoals in “Jouw beurt nu, jochie.”
B y de tijd dat Shakespeare de beroemde “Et tu, Brute?” (in het toneelstuk uit 1599 met de naam van de Romeinse keizer), was de uitdrukking al goed bekend bij het Engelse publiek, omdat hij in 1582 verscheen in een Latijns toneelstuk over hetzelfde onderwerp dat in Oxford werd opgevoerd.