De Triarchic Theory of Intelligence is ontwikkeld door Robert Sternberg en probeert uit te leggen hoe intelligentie werkt bij mensen. Sternberg geloofde dat intelligentie complexer was dan een allesomvattend algemeen type intelligentie, wat het idee was dat de meeste van de voorgaande theorieën over intelligentie domineerde.
Hij stelde voor dat intelligentie bestond uit hoe goed een persoon zich aanpaste aan zijn veranderende omgeving en zijn kennis gebruikte om de wereld om hem heen vorm te geven. Dit was een meer cognitieve benadering van intelligentietheorie dan een behavioristisch standpunt. De triarchische theorie van intelligentie dankt zijn naam aan de drie factoren die volgens Sternberg een ‘succesvolle intelligentie’ hebben opgebouwd.
De eerste factor is componententiële intelligentie die analytisch van aard is en is hoe goed iemand is in het oplossen van problemen. De tweede is ervaringsgerichte intelligentie met een creatieve reikwijdte en gericht op hoe goed iemand met nieuwe situaties omgaat met gebruikmaking van zijn kennis en vaardigheden uit het verleden. De derde factor is praktische intelligentie (in de volksmond omschreven als “street smarts”) en is hoe goed een persoon zich kan aanpassen aan veranderingen in zijn omgeving.