Er zijn maar weinig Amerikanen in de twintigste eeuw die een grotere erfenis aan de wereldvrede hebben nagelaten dan George C. Marshall (1880-1959). Als stafchef van het Amerikaanse leger tijdens de Tweede Wereldoorlog was het aan Marshall om een leger van enkele miljoenen mannen op te voeden, op te leiden en uit te rusten. Het was Marshall die het officierskorps koos en het was Marshall die een leidende rol speelde bij het plannen van militaire operaties op wereldschaal. Uiteindelijk was het Marshall die door de Britse premier Winston Churchill werd bestempeld als “de ware organisator van de overwinning”.
Toch zal de geschiedenis Marshall vooral associëren als de auteur van het Marshallplan. Het idee om miljarden Amerikaanse dollars uit te trekken voor het herstel van de Europese economie was niet zijn enige. Hij was slechts een van de vele westerse leiders die zich de tragische gevolgen realiseerden van niets doen voor die door oorlog verscheurde landen waar de fundamentele levensomstandigheden erbarmelijk waren en twee jaar na het einde van de gevechten nog steeds verslechterd. Maar Marshall ging, meer dan wie dan ook, voor. In een toespraak aan de Harvard University op 5 juni 1947 formuleerde Marshall, in zijn hoedanigheid van staatssecretaris, de algemene principes van het Marshallplan. Tussen 1948 en 1951 droegen de Verenigde Staten meer dan dertien miljard dollar bij aan economische, landbouwkundige en technische bijstand voor het herstel van het vrije Europa. Het Marshallplan werd in zijn tijd over het algemeen als een succes beschouwd en heeft op bewonderenswaardige wijze de ontberingen van historisch onderzoek doorstaan. Bovendien gaf het een impuls aan de vorming van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie en aan de Europese Gemeenschappelijke Markt. Als erkenning voor het wereldleiderschap van Marshall ontving hij in 1953 de Nobelprijs voor de Vrede.
Ter herdenking van de vijftigste verjaardag van het Marshallplan hebben de National Portrait Gallery en de George C. Marshall Foundation dit tentoonstelling, ter herinnering aan Marshall en de leiders met wie hij het grootste deel van de twintigste eeuw de geschiedenis vormde.