‘De hele wereld is een podium’ is de openingszin van een monoloog van een personage, Jaques, in het toneelstuk van William Shakespeare, As You Like It.
Door Jaques neemt Shakespeare het publiek op een reis door de volledige levenscyclus van een mens, bijzonder levendig gemaakt door zijn visuele beelden van de verschillende stadia van het leven van een Elizabethaanse. De beroemde monoloog staat ook bekend als ‘The Seven Ages of Man’.
‘All the world a stage’ monoloog, gesproken door Jaques, Act 2 Scene 7
De hele wereld is een podium,
En alle mannen en vrouwen zijn slechts spelers;
Ze hebben hun uitgangen en hun ingangen,
En één man in zijn tijd speelt vele rollen,
Zijn daden zijn zeven tijdperken. Eerst de baby,
Mewling en kotsend in de armen van de verpleegster.
Toen de jankende schooljongen, met zijn schooltas
En glimmend ochtendgezicht, kruipend als een slak
Onwillig naar school. En dan de minnaar,
Zuchtend als een oven, met een treurige ballade
Gemaakt om de wenkbrauw van zijn meesteres. Toen een soldaat,
Vol vreemde eden en bebaarde als de pard,
Jaloers in eer, plotseling en snel in ruzie,
Op zoek naar de reputatie van de bellen
Zelfs in de mond van het kanon. En dan de gerechtigheid,
Met een mooie ronde buik met een goede kapoenvoering,
Met strenge ogen en een baard van formele snit,
Vol met wijze zagen en moderne voorbeelden;
En zo speelt hij zijn rol. De zesde leeftijd verschuift
In de magere pantalon met pantoffels,
Met bril op neus en buidel aan de zijkant;
Zijn jeugdige slang, goed bewaard, een wereld te wijd
Voor zijn gekrompen schacht, en zijn grote mannelijke stem,
Weer wendend naar kinderachtige hoge tonen, pijpen
En fluittonen in zijn geluid. Laatste scène van allemaal,
Hiermee eindigt deze vreemde, bewogen geschiedenis,
Is tweede kinderachtigheid en louter vergetelheid,
Zonder tanden, zonder ogen, zonder smaak, zonder alles.
(act ii, scene vii)
In deze ‘de hele wereld een podium’-monoloog ziet Shakespeare het leven als een drama dat wordt gespeeld op een podium in een theater. Elke levensfase is een handeling in het drama.
William Shakespeare wist of begreep veel over veel dingen. Hij wist van het leven van monarchen en de manier waarop ze opereren – wat er in hun privé- en openbare leven gebeurt; hij wist van het lage leven in de herbergen en tavernes van Londen, en hij wist van het leven van plattelandsbewoners. Hij wist van oorlogvoering en diplomatie en hij wist veel meer.
Maar hij gebruikte vaak zijn eigen specifieke expertisegebied – het theater – als voer voor zijn poëzie. Geen van zijn toneelstukken gaat eigenlijk over het theater, hoewel A Midsummer Night’s Dream een toneelproductie in het midden heeft, en er is het beroemde toneelstuk-in-het-toneelstuk in Hamlet, maar hij gebruikt het theater meer als bron voor de beelden. in de taal van zijn toneelstukken – voor het maken van poëzie. Hij doet dat keer op keer. Deze monoloog is waarschijnlijk zijn beroemdste poëtische toespeling op het theater, want het is een kijk op het hele leven als een toneelstuk.
Natuurlijk gaat de monoloog niet echt over het theater. De theatrale referentie is slechts een manier om te introduceren wat Shakespeare echt wil overbrengen, namelijk een schets van de reis van een man vanaf de geboorte tot het graf. Hij doet dat prachtig, van levendige beelden van een gezonde baby tot de zeer droevige afdaling in de vergetelheid, ‘zonder alles’ – van een oude man die niets meer van zijn leven heeft.
Het idee van het leven van een man niet meer dan een korte verschijning op een podium was iets dat Shakespeare fascineerde. Macbeth ziet zijn leven op die manier – je loopt rond en benadrukt het podium, maar al die passies en, inderdaad, alles wat je in het leven doet, is zinloos, want aan het einde daarvan verdwijn je gewoon. Als een acteur die met grote passie op het podium de beproevingen van het leven doorstaat en dan, na de voorstelling, gewoon naar huis gaat om zijn normale leven te hervatten.
Het is in zekere zin een religieus idee. Een acteur die het menselijke drama speelt, is slechts een acteur. Aan het einde van de show hervat hij een ander, meer permanent leven – een hiernamaals – en wat hij op het podium heeft gedaan, met andere woorden, in zijn leven, is slechts een daad. Het echte leven gaat verder.