Twee van de belangrijkste soorten variabelen die in statistieken moeten worden begrepen, zijn verklarende variabelen en responsvariabelen.
Verklarende variabele: soms wordt er naar verwezen als onafhankelijke variabele of voorspellende variabele verklaart deze variabele de variatie in de responsvariabele.
Responsvariabele: soms aangeduid als een afhankelijke variabele of een uitkomstvariabele, reageert de waarde van deze variabele op veranderingen in de verklarende variabele.
In een experimenteel onderzoek zijn we doorgaans geïnteresseerd in hoe de waarden van een responsvariabele veranderen als gevolg van het wijzigen van de waarden van een verklarende variabele.
De volgende voorbeelden tonen verschillende scenario’s met verklarende variabelen en responsvariabelen.
Voorbeeld 1: plantengroei
Een botanicus wil vergelijk het effect dat twee verschillende meststoffen hebben op de plantengroei. Ze selecteert willekeurig 20 planten van een veld en brengt er een week lang kunstmest A op aan. Ze selecteert ook willekeurig nog eens 20 planten uit hetzelfde veld en geeft ze een week lang kunstmest B. Na een week meet ze de gemiddelde plantengroei voor elke groep.
In dit voorbeeld hebben we:
Verklarende variabele: Type meststof. Dit is de variabele die we veranderen, zodat we het effect ervan op de plantengroei kunnen observeren.
Responsvariabele: plantengroei. Dit is de variabele die verandert als gevolg van de meststof die erop wordt toegepast.
Leuk weetje: we zouden een twee-steekproef t-test gebruiken om dit experiment uit te voeren.
Voorbeeld 2 : Max. Verticale sprong
Een basketbalcoach wil het effect vergelijken dat drie verschillende trainingsprogramma’s hebben op de maximale verticale sprong van een speler. Hij wijst willekeurig 10 spelers toe om trainingsprogramma A een week lang te gebruiken, nog eens 10 spelers om trainingsprogramma B een week lang te gebruiken en nog eens 10 spelers om trainingsprogramma C een week te gebruiken. Aan het einde van de week meet hij de maximale verticale sprong van elke speler om te zien of er significante verschillen zijn tussen de groepen.
In dit voorbeeld hebben we:
Verklarende variabele: Type trainingsprogramma dat wordt gebruikt. Dit is de variabele die we wijzigen, zodat we het effect ervan op de maximale verticale sprong kunnen observeren.
Responsvariabele: maximale verticale sprong. Dit is de variabele die verandert als gevolg van het trainingsprogramma dat door de speler wordt gebruikt.
Leuk weetje: we zouden een eenrichtings-ANOVA gebruiken om dit experiment uit te voeren.
Voorbeeld 3 : Vastgoedprijzen
Een makelaar wil de relatie tussen vierkante meters van een huis en verkoopprijs begrijpen. Ze verzamelt gegevens over vierkante meters en verkoopprijs voor 100 huizen in haar stad en analyseert de relatie tussen de twee variabelen.
In dit voorbeeld hebben we:
Verklarende variabele: vierkante meters . Dit is de variabele waarin we verandering waarnemen, zodat we kunnen zien welk effect dit heeft op de verkoopprijs.
Responsvariabele: verkoopprijs. Dit is de variabele die verandert als gevolg van het veranderen van de vierkante meters van het huis.
Leuk weetje: we zouden eenvoudige lineaire regressie gebruiken om dit experiment uit te voeren.
Samenvatting
In elk van de bovenstaande voorbeelden hebben we de waarden van een verklarende variabele gewijzigd en de resulterende verandering in waarden van een of andere responsvariabele waargenomen.
Vind hier meer statologiehandleidingen.