De overgrote meerderheid van schoudervervangende operaties is succesvol. Deskundigen schatten zelfs dat 91% van de schoudervervangingen minstens 10 jaar duurt. Er kunnen echter complicaties optreden, zelfs als de operaties correct worden uitgevoerd en soepel verlopen.
Hieronder vindt u een lijst met mogelijke complicaties. In zeldzame gevallen zijn sommige complicaties levensbedreigend. Een klein percentage van de patiënten heeft een tweede of revisieoperatie nodig.
Bloedstolsels waarbij anesthesie betrokken is
Elke operatie waarbij algemene anesthesie wordt gebruikt, heeft een laag risico op beroertes, hartaanvallen, longontsteking en bloedstolsels.
Zie anesthesie voor orthopedische chirurgie
Bloedstolsels die voorkomen in diepe aderen, diepe veneuze trombose (DVT) genoemd, zijn van bijzonder belang na operaties voor gewrichtsvervanging, maar deze complicatie komt vaker voor bij vervangingen van de onderste ledematen, zoals heup- en knievervanging.
DVT kan leiden tot een levensbedreigende aandoening die bekend staat als longembolie. Als het op tijd wordt opgevangen, is longembolie te behandelen met antistollingsmiddelen.
Het algehele risico van postoperatieve bloedstolsels bij patiënten met schouderoperaties is laag. Onderzoekers schatten dat ongeveer 0,5% tot 1% van alle schoudervervangende patiënten ofwel een bloedstolsel of een longembolie ervaart, 1 en dat de snelheid niet verschilt naargelang een omgekeerde of traditionele vervanging werd uitgevoerd.8
Infectie
Patiënten moeten tijdens de operatie antibiotica gebruiken om het risico op infectie te verminderen. Ondanks deze en andere voorzorgsmaatregelen treffen wondinfecties een klein percentage patiënten met omgekeerde schoudervervanging. De meeste van deze patiënten kunnen worden behandeld met aanvullende antibiotica.
In zeldzame gevallen kan een infectie leiden tot het verwijderen van het kunstschoudergewricht en zelfs levensbedreigend zijn. Nadat de infectie is verdwenen, kan het mogelijk zijn om operatief een nieuwe prothese te implanteren.
Zie Risico’s en complicaties bij totale schoudervervanging
Andere complicaties
Afgezien van de risico’s die verband houden met anesthesie en infectie, zijn er potentiële complicaties die specifiek zijn voor omgekeerde schoudervervangende chirurgie:
Gewrichtsdislocatie of gedeeltelijke dislocatie (subluxatie). De nieuwe kogel en kom kunnen uit elkaar komen. Dit risico neemt af naarmate de deltaspier en de schouderspieren worden versterkt door fysiotherapie. Het risico zal echter nooit helemaal verdwijnen, daarom raden artsen aan om activiteiten die het schoudergewricht belasten, zoals racketsporten, te beperken.
Lees meer over schouder dislocatie letsel (ontwrichte schouder) op Arthritis-health.com
Prothetische uitlijning, prothetische loslating of gewrichtsinstabiliteit. Omgekeerde schoudervervanging is een gecompliceerde operatie waarbij het natuurlijke bot, de protheses en het zachte weefsel van de patiënt betrokken zijn. Als een prothese niet voldoende in het natuurlijke bot is vastgemaakt, of als deze niet goed is uitgelijnd met andere delen van de schouder, kunnen er problemen optreden.
Botbreuk. Het natuurlijke botweefsel van de patiënt kan tijdens of na de operatie breken. Het risico op fracturen kan worden beïnvloed door de anatomie en botdichtheid van de patiënt en door de chirurgische plaatsing van de protheses. Breuken die optreden na een schoudervervangende operatie kunnen een tweede operatie noodzakelijk maken.
Bloedvat- of zenuwletsel. De omliggende zenuwen en bloedvaten kunnen tijdens de operatie gewond raken, hoewel dit risico laag is. Er zijn weinig gegevens die specifiek zijn voor omgekeerde schoudervervangingen, maar analyse van traditionele schoudervervangingen schat dat ergens tussen 0,6 en 4,3% van de patiënten met schoudervervanging enig zenuwletsel ervaart na een operatie, hoewel 80 tot 85% van die gevallen vanzelf verdwijnen.3 -8
De meeste complicaties worden met succes behandeld. Een operatie gevolgd door complicaties kan nog steeds als succesvol worden beschouwd als de pijn wordt verlicht en de functie op de lange termijn verbetert.
Een patiënt kan het risico op complicaties verkleinen door samen te werken met een ervaren chirurg. Sommige onderzoeken hebben aangetoond dat het aantal complicaties lager is bij chirurgen en ziekenhuizen die veel schoudervervangingen uitvoeren. 9-11
Revisieoperatie voor schoudervervanging
Als het kunstschoudergewricht verslijt of anderszins faalt, kan een chirurg een revisieoperatie aanbevelen. Tijdens een revisieoperatie verwijdert en vervangt de chirurg de gewrichtsprothesen.
Zie Voorbereiding op schoudervervangende operaties.
Revisieoperaties zijn vaak keuzevakken, wat betekent dat de patiënt de tijd kan nemen om te beslissen of hij nog een operatie moet ondergaan. Zeldzame maar opmerkelijke uitzonderingen zijn infectie en ontwrichting.
Schouderhersteloperaties zijn complexer dan initiële vervangingsoperaties, en brengen een hoger percentage risico’s en bijwerkingen met zich mee.