Zwangere vrouwen lopen ook een hoger risico op urineweginfecties; tot 10 procent van de vrouwen zal tijdens haar zwangerschap ten minste één urineweginfectie ontwikkelen. (7) UTI’s komen voor wanneer bacteriën de urethra binnendringen en de blaas, urineleiders of de nieren infecteren. Omdat spierontspannende hormonen tijdens de zwangerschap toenemen, kunnen bacteriën gemakkelijker de urinewegen binnendringen. Vrouwen met een voorgeschiedenis van UTI’s, diabetes hebben, eerder kinderen hebben gehad of overgewicht hebben, kunnen ook een verhoogd risico lopen. (8)
Tekenen van een urineweginfectie (UTI) zijn vaak stinkende urine, troebele urine en bloed in de urine. U kunt ook symptomen van urineweginfectie krijgen, zoals rugpijn, braken, misselijkheid, koorts en koude rillingen als de infectie zich naar de nieren heeft verspreid. (8)
Urineweginfecties moeten tijdens de zwangerschap serieus worden genomen, omdat ze ernstige gevolgen kunnen hebben voor uw gezondheid en de gezondheid van uw baby, en het risico lopen op vroeggeboorte. Om een UTI te diagnosticeren, kan uw arts een urineonderzoek uitvoeren om de aanwezigheid van bacteriën te detecteren, evenals testen op witte en rode bloedcellen. UTI’s worden meestal behandeld met een antibioticakuur en soms moeten ernstigere nierinfecties worden behandeld met intraveneuze medicatie in een ziekenhuis. (8)
Zwangere vrouwen kunnen ook UTI’s voorkomen of hun herstel versnellen door veel te drinken, hun blaas voor en na de seks te legen, het vaginale gebied schoon te houden en hun blaas grondig te legen tijdens het urineren. Het dragen van katoenen ondergoed, het vermijden van strakke broeken of leggings, het vermijden van bubbelbaden en het van voren naar achteren vegen na stoelgang kan ook UTI’s voorkomen. (9)
Zwangerschap en groep B-streptokokkenziekte
Soms kan een urineweginfectie een teken zijn dat een vrouw groep B streptokok (GBS) heeft, een bacterie die vaak in de darmen of onderste geslachtsorgaan. Hoewel GBS bij volwassenen minder snel infecties veroorzaakt, kan het zich tijdens de bevalling naar zuigelingen verspreiden en bij pasgeborenen groep B-streptokokkenziekte veroorzaken.
Soms begint GBS vroeg, waarbij pasgeborenen symptomen ervaren zoals koorts, lethargie, en moeite met eten binnen een week na de geboorte. Of de pasgeborene kan binnen een paar weken of maanden na de geboorte symptomen van groep B-streptokokkenziekte krijgen die laat beginnen. (10)
Zwangere vrouwen worden aan het einde van de zwangerschap getest op GBS, meestal tussen week 35 en 37, via een vaginaal en rectaal wattenstaafje. Als een vrouw positief test, wordt het antibioticum penicilline tijdens de bevalling aan haar gegeven om een vroeg optredende GBS-infectie bij pasgeborenen te voorkomen. (11)
Het belang van urinetests tijdens de zwangerschap
Uw zorgverlener zal tijdens uw eerste prenatale afspraak en daarna meerdere keren tijdens uw zwangerschap een urineonderzoek uitvoeren. Er kunnen tests worden uitgevoerd om te controleren op blaas- of nierinfecties, uitdroging en diabetes. (12)
Een hoog eiwitgehalte in uw urine kan erop wijzen dat u een urineweginfectie of een ernstigere nierziekte heeft. Uw zorgverlener kan ook controleren op hoge niveaus van eiwitten en suikers in uw urine om te testen op pre-eclampsie, een aandoening die wordt gekenmerkt door hoge bloeddruk die schade aan de lever en de nieren kan veroorzaken. Bijkomende tekenen van pre-eclampsie kunnen zwelling van de handen en het gezicht zijn. (12)
Grote hoeveelheden suiker in de urine kunnen duiden op zwangerschapsdiabetes, die zich doorgaans in het tweede trimester ontwikkelt. Bijkomende tekenen van zwangerschapsdiabetes kunnen vermoeidheid, overmatige dorst en gewichtsverlies zijn. (13)
Het gehalte aan ketonen in de urine kan ook tijdens de zwangerschap worden bepaald. Ketonen zijn chemicaliën die door de lever worden aangemaakt als het lichaam onvoldoende energie heeft om suiker in energie om te zetten. Als u tijdens de zwangerschap een hoog ketonengehalte in uw urine heeft, krijgt u mogelijk niet voldoende voeding of kunt u last hebben van uitdroging. (12)