De Romeinse mythologie is te danken aan de monikers van de meeste van de acht planeten in het zonnestelsel. De Romeinen schonken de namen van goden en godinnen aan de vijf planeten die met het blote oog aan de nachtelijke hemel te zien waren. Jupiter, de grootste planeet van het zonnestelsel, is vernoemd naar de koning van de Romeinse goden, terwijl de roodachtige kleur van de planeet Mars de Romeinen ertoe bracht het te vernoemen naar hun god van de oorlog. Mercurius, die in slechts 88 aardse dagen een complete reis rond de zon maakt, is vernoemd naar de snel bewegende boodschapper van de goden. Saturnus, de op een na grootste planeet van het zonnestelsel, heeft 29 aardse jaren nodig om een volledige omwenteling van de zon te maken en is genoemd naar de god van de landbouw. De Romeinen noemden de helderste planeet, Venus, naar hun godin van liefde en schoonheid.
Twee andere planeten, Uranus en Neptunus, werden ontdekt nadat de telescoop in het begin van de 17e eeuw was uitgevonden. Astronoom William Herschel, aan wie wordt gecrediteerd dat hij Uranus in 1781 ontdekte, wilde het “Georgium Sidus” (George’s Star) noemen voor de toenmalige Britse heerser, koning George III. Andere astronomen waren geïnteresseerd in het nasynchroniseren van de planeet Herschel. Duitse astronoom Johann Bode die de naam Uranus aanbeveelde, een gelatiniseerde versie van de Griekse god van de lucht, Ouranos; de naam Uranus werd echter pas in het midden van de 19e eeuw volledig geaccepteerd. Neptunus, de planeet die het verst van de zon maakt eens in de 165 jaar een zonnerevolutie), werd voor het eerst door een telescoop gezien in 1846 door de Duitse astronoom Johann Gottfried Galle, met behulp van de wiskundige berekeningen van de Franse astronoom Urbain Le Verrier en de Britse astronoom John Couch Adams. Er was enige discussie over het noemen van de planeet naar Le Verrier, maar uiteindelijk Neptunus, dat een levendige blauwe kleur heeft, dankt zijn naam aan de Romeinse god van de zee.
Pluto, die in 1930 als planeet werd geclassificeerd voordat hij van dat hemelse werd ontdaan eer in 2006, is vernoemd naar de Romeinse god van de onderwereld – dankzij de suggestie van een 11-jarig Engels schoolmeisje genaamd Venetia Burney. Wat betreft de aarde, de planeet waar momenteel naar schatting 7,3 miljard mensen wonen, de naam komt niet uit de Romeinse of Griekse mythologie, maar eerder uit Oud-Engelse en Germaanse woorden die ‘grond’ betekenen.