Hephaestus, Grieks Hephaistos, in de Griekse mythologie, de god van het vuur. Oorspronkelijk een godheid van Klein-Azië en de aangrenzende eilanden (in het bijzonder Lemnos), had Hephaestus een belangrijke plaats van aanbidding bij de Lycische Olympus. Zijn cultus bereikte Athene niet later dan ongeveer 600 vce (hoewel het nauwelijks Griekenland zelf raakte) en kwam niet lang daarna in Campanië aan. Zijn Romeinse tegenhanger was Vulcan.
Volgens de mythe werd Hephaestus kreupel geboren en uit de hemel geworpen met walging door zijn moeder, Hera, en opnieuw door zijn vader, Zeus, na een familieruzie. Hij werd door Dionysus teruggebracht naar Olympus en was een van de enige goden die na ballingschap waren teruggekeerd. Een smid en ambachtsman, Hephaestus maakte wapens en militaire uitrusting voor de goden en bepaalde stervelingen, waaronder een gevleugelde helm en sandalen voor Hermes en pantser voor Achilles. Traditioneel was zijn slecht passende gemalin Aphrodite, hoewel Homerus Charis, de personificatie van Grace, noemt als Hephaestus ‘vrouw in de Ilias.
Als god van het vuur werd Hephaestus de goddelijke smid en beschermheer van ambachtslieden; de natuurlijke vulkanische of gasvormige branden die al met hem in verband waren gebracht, werden vaak als zijn werkplaatsen beschouwd. In de kunst werd Hephaestus over het algemeen voorgesteld als een man met een baard van middelbare leeftijd, hoewel af en toe een jonger, baardloos type wordt aangetroffen. Meestal droeg hij een korte mouwloze tuniek en een ronde, nauwsluitende pet op zijn onverzorgde haar.