🤫 7 geheimen voor ESL-leerlingen – GRATIS download
Hulpwerkwoorden hebben op zichzelf geen betekenis. Ze zijn nodig voor de grammaticale structuur van een zin, maar ze vertellen ons niet veel alleen. We gebruiken meestal helpende werkwoorden met hoofdwerkwoorden. Ze “helpen” het hoofdwerkwoord (dat de echte betekenis heeft). Er zijn slechts ongeveer 15 hulpwerkwoorden in het Engels, en we verdelen ze in twee basisgroepen:
Primaire hulpwerkwoorden (3 werkwoorden)
Dit zijn de werkwoorden zijn, doen en hebben . Merk op dat we deze drie werkwoorden kunnen gebruiken als hulpwerkwoorden of als hoofdwerkwoorden. Op deze pagina praten we erover als helpende werkwoorden. We gebruiken ze in de volgende gevallen:
be
- om continue tijden te maken (hij kijkt tv.)
- om de passieve (kleine vissen worden gegeten door grote vissen.)
moeten
- perfecte tijden maken (ik heb mijn huiswerk af.)
doen
- om negatieven te maken (ik mag je niet.)
- om vragen te stellen (wil je koffie?)
- nadruk leggen (ik wil wel dat je slaagt voor je examen.)
- in sommige constructies voor een hoofdwerkwoord staan (hij spreekt sneller dan zij.)
Modale helpende werkwoorden (10 werkwoorden)
We gebruiken modale helpende werkwoorden om de betekenis van het hoofdwerkwoord op een of andere manier te “wijzigen”. Een modaal hulpwerkwoord drukt de noodzaak of mogelijkheid uit en verandert het hoofdwerkwoord in die zin. Dit zijn de modale werkwoorden:
- kan, zou
- mag, zou
- zal, zou,
- zal, zou moeten
- moet
- zou moeten
Hier zijn voorbeelden met modale werkwoorden:
- Ik kan niet spreken Chinees.
- John komt misschien laat aan.
- Wil je een kopje koffie?
- Je zou naar een dokter moeten gaan.
- I moet nu echt gaan.
De volgende werkwoorden worden vaak “semi-modalen” genoemd omdat ze deels op modale helpende werkwoorden lijken en deels op main werkwoorden:
- nodig hebben, durven, gewend