Bokslegende Muhammad Ali noemde ooit Hank Aaron “De enige man die ik meer aanbid dan ikzelf.”
Voor velen was Aaron alles wat een atleet was – en een mens – zou moeten zijn.
Aaron groeide op in een bescheiden omgeving in Mobile, Ala. Hij passeerde de sandlots met korte stops in de Negro Leagues en de minor leagues voordat hij zich bij de Braves vestigde, waar hij uiteindelijk een van de meest iconische figuren van het honkbal werd.
Hij was een consistente producer, zowel op de plaat als in het veld, en bereikte het .300-teken in 14 keer slaan, 30 homeruns 15 keer, 90 RBI 16 keer en won drie Gold Glove Awards op weg naar 25 All-Star Game-selecties.
Negentien zevenenvijftig was misschien wel het beste seizoen van Aaron. Hij sloeg .322 dat jaar met 44 homeruns en 132 RBI, won de National League MVP Award en leidde de Braves naar hun eerste World Series Championship sinds 1914.
Ondanks zijn consistente productie duurde het tot 1973 voordat Aaro n werd in de nationale schijnwerpers gestoken toen hij het einde naderde van een succesvolle aanval op een van de meest gekoesterde sportrecords: Babe Ruth’s cijfer van 714 homeruns. Het was op 8 april 1974 dat Hammerin ’Hank een 1-0 worp van Dodgers-werper Al Downing in de linker veld bullpen stuurde in het Atlanta-Fulton Count Stadium, waardoor Aaron 715 homeruns opleverde. Hij zou zijn carrière afmaken met 755.
Aaron blijft honkballeider aller tijden in RBI (2.297) en totale honken (6.856). Als elk van zijn 755 homeruns uit zijn statistisch record zou worden verwijderd, Aaron zou nog steeds 3.016 hits hebben.
Kort na de recordbrekende homerun van Hank Aaron verklaarde het congreslid van Georgia, Andrew Young: “Tijdens zijn lange carrière is Hank Aaron een toonbeeld geweest van nederigheid, waardigheid en stille competentie. Hij zocht niet de aanbidding die wordt toegekend aan andere nationale atletische helden, maar hij heeft het nu verdiend. ”
Aaron werd in 1982 gekozen in de Hall of Fame. Hij stierf op 22 januari 2021.