Edward VI werd koning op negenjarige leeftijd na de dood van zijn vader, Henry VIII, en er werd een regentschap gecreëerd. Hoewel hij intellectueel vroegrijp was (vloeiend in Grieks en Latijn, hield hij een volledig dagboek bij van zijn regering), was hij fysiek echter niet robuust.
Zijn korte regering werd gedomineerd door edelen die het Regency gebruikten om te versterken hun eigen posities. De King’s Council, voorheen gedomineerd door Henry, bezweek aan de bestaande factionalisme. Na de dood van Henry werd Edward Seymour, graaf van Hertford en binnenkort hertog van Somerset, de oudste oom van de nieuwe koning, beschermer.
Seymour was een bekwaam soldaat; hij leidde een strafexpeditie tegen de Schotten, omdat ze hun belofte om Mary, Queen of Scots te verloven met Edward, niet nakwamen, wat leidde tot Seymours overwinning in de Slag bij Pinkie Cleugh in 1547 – hoewel hij er niet in slaagde dit met bevredigende vredesvoorwaarden op te volgen.
Tijdens Edward’s regering werd de Kerk van Engeland explicieter protestants – Edward zelf was dat fel. Het Book of Common Prayer werd geïntroduceerd in In 1549 werden aspecten van rooms-katholieke praktijken (waaronder beelden en glas-in-lood) uitgeroeid en werd het huwelijk van geestelijken toegestaan. Het opleggen van het Prayer Book (dat Latijnse diensten verving door Engels) leidde tot opstanden in Cornwall en Devon.
Ondanks zijn militaire bekwaamheid was Seymour te slap ral om effectief om te gaan met Kett’s opstand tegen landinslagen in Norfolk. Seymour bleef geïsoleerd in de Raad en de hertog van Northumberland wierp hem vervolgens omver in 1551. Seymour werd geëxecuteerd in 1552, een gebeurtenis die door Edward slechts kort in zijn dagboek werd genoemd: “Vandaag werd het hoofd van de hertog van Somerset afgesneden op Tower Hill. “
Northumberland deed meer moeite om Edward te charmeren en te beïnvloeden; zijn machtige positie als Lord President van de Raad was gebaseerd op zijn persoonlijke overwicht over de Koning. De jonge koning was echter ziek. Northumberland trouwde haastig met zijn zoon Lord Guilford Dudley met Lady Jane Gray, een van Henry VIII ’s achternichten en een troonopvolger.
Edward accepteerde Jane als zijn erfgenaam en, na zijn dood door tuberculose in 1553 nam Jane de troon over.