Alliteratie is een literair apparaat waarbij geluid wordt gebruikt om de woorden en zinsdelen te benadrukken en het betrekt ook de auditieve zintuigen van de lezer. Bij alliteratie komt het medeklinkergeluid herhaaldelijk aan het begin van twee of meer dan twee woorden in het vervolg. Het wordt duidelijk gebruikt in poëzie en proza om een pakkend geluid toe te voegen en soms wordt het gebruikt om een actie weer te geven, samen met een hoorbaar effect.
Alliteratie wordt echter gebruikt om de aandacht van de lezers te trekken en stelt hen ook in staat een zin voor een lange tijd te onthouden.
Voorbeelden:
De boze heks van het westen.
Johnny sprong en schudde.
Aan de andere kant lijkt consonantie veel op alliteratie, omdat het ook te maken heeft met de herhaling van medeklinkers. Bij consonantie gebeurt de herhaling van de medeklinkers meestal aan het einde van de woorden. Consonantie kan echter overal in de woorden voorkomen.
Voorbeelden:
De grote kikker stond op een blok.
Hij had geluk.
Het komt goed af.
Zowel alliteratie als consonantie zijn literaire apparaten en beide zijn gerelateerd aan de herhaling van het medeklinkergeluid. Bij alliteratie vindt de herhaling plaats in de woorden waar de spanning beschikbaar is. Aan de andere kant, in consonantie, vindt de herhaling van medeklinker plaats in de nauw verbonden woorden. Dit is het grote verschil tussen deze twee literaire apparaten. Bovendien is consonantie de hoofdcategorie en valt alliteratie onder dit literaire apparaat.
Maar een betere boter maakt een beslag beter.
Het is een alliteratie en wordt in de literatuur gebruikt om voeg een muzikaal effect toe aan de tekst en het wekt ook schoonheid op in het literaire werk.
Aan de andere kant treedt consonantie op in de woorden die dicht bij elkaar staan. Het komt vooral voor in de poëzie omdat het een rijmend effect toevoegt.
Voorbeelden: alle zoogdieren die Sam heten zijn klam.