Springstaarten


Gedrag, dieet & Gewoonten

Waar leven ze?

Hun normale leefgebied is het raakvlak tussen bodem en plantresten, maar kan bijna overal worden aangetroffen met een hoog vochtgehalte. Springstaarten leven normaal gesproken in vochtige grond. Ze komen veel voor in bloembedden, onder boomstammen, straatstenen en landschapsparren. Houtstapels zijn ook een veel voorkomende plek voor springstaarten om zich te verstoppen.

Wat eten ze?

Springstaarten voeden zich met schimmels en schimmels, nog een reden waarom ze de voorkeur geven aan vochtige habitats. Lees meer over hun leefgebied.

Activiteit

Springstaarten verliezen water via het oppervlak van hun lichaam. Als hun omgeving droog wordt, proberen ze naar een nattere plek te migreren.

Bijten Springstaarten bijten of steken mensen niet. Ze beschadigen geen gebouwen of de inhoud. Ze ontwikkelen zich snel. Het is gebruikelijk om springstaarten in zeer grote aantallen te vinden. Het feit dat er duizenden springende insecten in een gebied kunnen zijn, kan zeer verontrustend zijn voor huiseigenaren.

Wanneer de vochtigheid is gecorrigeerd, verdwijnen de springstaarten zeer snel. Het elimineren van vocht is erg belangrijk bij het voorkomen of elimineren van springstaarten. Een grondige inspectie is de eerste stap.

Voortplanting

Springtail-mannetjes plaatsen een sperma-bevattende structuur op de grond, een spermatofoor genaamd. Vrouwtjes insemineren zich er vervolgens mee. Vrouwtjes leggen individuele eieren of clusters van eieren af op vochtige locaties. Levenscyclus van ei tot adult varieert, afhankelijk van de soort.

Preventietips

Zoek naar vochtige plaatsen waar springstaarten kunnen voorkomen.

Stapel brandhout op van de grond en verplaats het weg van het huis.

Verplaats de mulch weg van de fundering. Creëer een kale zone naast de fundering van 15 cm of meer. Als de zone droog is en vrij van bladeren en mulch, zullen springstaarten en ander ongedierte het niet zo aantrekkelijk vinden.

Zorg ervoor dat goten worden schoongemaakt. Regenpijpen moeten weglopen van de fundering.

Snoei indien nodig boomtakken die vochtige schaduwplekken veroorzaken nabij de fundering.

Controleer buitendeuren om er zeker van te zijn dat ze goed sluiten. Vervang tochtstrippen die ontbreken of beschadigd zijn.

Controleer de ventilatieopeningen van de kruipruimte om er zeker van te zijn dat ze open staan om luchtcirculatie mogelijk te maken. Toegangsopeningen tot kruipruimtes moeten een deur hebben die goed sluit.

Wanneer het vocht is verwijderd, zullen de springstaarten snel vertrekken of sterven ze.

Write a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *