Embargo Act van 1807, aangenomen op 22 december 1807, door het Amerikaanse Congres als antwoord op de Britse orders in de raad die de neutrale scheepvaart beperken en op het restrictieve continentale systeem van Napoleon De Amerikaanse koopvaardij had te lijden onder zowel de Britten als de Fransen, en Thomas Jefferson beloofde beide landen te antwoorden met maatregelen die door het beperken van de neutrale handel het belang van die handel zouden aantonen. De eerste poging was de Nonimportation Act, aangenomen op 18 april 1806. , waarbij de invoer van bepaalde Britse goederen werd verboden om Groot-Brittannië te dwingen zijn rigoureuze regels inzake ladingen en zeelieden te versoepelen (zie impressie). De wet werd opgeschort, maar de Embargo Act van 1807 was een krachtigere verklaring van hetzelfde idee. alle internationale handel van en naar Amerikaanse havens, en Jefferson hoopte dat Groot-Brittannië en Frankrijk zouden worden overtuigd van de waarde en de rechten van een neutrale handel. In januari 1808 werd het verbod uitgebreid tot binnenwateren en landhandel om de torenhoge handel met Canada een halt toe te roepen. Kooplieden, zeekapiteins en matrozen waren natuurlijk ontzet dat ze zonder inkomen zaten en de schepen bij de werven zagen rotten. Allerlei ontwijkingen werden gebruikt om de wet te omzeilen. De gewaagde poging om economische druk uit te oefenen in een wereld in oorlog was niet succesvol. Groot-Brittannië en Frankrijk hielden stand, en er kon niet genoeg druk worden uitgeoefend. Handhaving was moeilijk, vooral in New England, waar kooplieden het plan zagen als een poging om hen van hun levensonderhoud te bedriegen. Toen het Congres in januari 1809, tegen veel tegenstand in, een wet goedkeurde om de handhaving strenger te maken, naderde het verzet het punt van rebellie – opnieuw vooral in New England – en moest het plan worden opgegeven. Op 1 maart 1809 werd het embargo opgeheven door de Nonintercourse Act. Hierdoor kon alle commerciële omgang worden hervat, behalve met Groot-Brittannië en Frankrijk. Jefferson accepteerde het met tegenzin. Niet onverwachts oefende het geen druk uit op Groot-Brittannië en Frankrijk. In 1810 werd het vervangen door Macons wetsvoorstel nr. 2 (genoemd naar Nathaniel Macon), waarmee het experiment praktisch werd beëindigd. Het voorzag in handel met zowel Groot-Brittannië als Frankrijk, tenzij een van die mogendheden zijn beperkingen introk; in dat geval zou de president was gemachtigd om handel te verbieden met het land dat niet ook zijn beledigende maatregelen had ingetrokken.
Zie LM Sears, Jefferson and the Embargo (1927, repr. 1967).