De betekenis van nummers: het nummer 7
735 keer gebruikt (54 keer in het boek van Openbaring alleen), is het getal 7 het fundament van Gods woord. Als we bij deze telling opnemen hoe vaak “zevenvoudig” (6) en “zevende” (119) worden gebruikt, springt ons totaal naar 860 verwijzingen.
Zeven is het getal van volledigheid en perfectie (zowel fysiek als spiritueel). Het ontleent veel van zijn betekenis aan het direct verbonden zijn met Gods schepping van alle dingen. Volgens sommige Joodse tradities vond de schepping van Adam plaats op 26 september 3760 v.Chr. (of de eerste dag van Tishri, de zevende maand op de Hebreeuwse kalender). Het woord “geschapen” wordt 7 keer gebruikt om Gods creatieve werk te beschrijven (Genesis 1: 1, 21, 27 drie keer; 2: 3; 2: 4). Er zijn 7 dagen in een week en Gods sabbat is op de 7e dag.
De Bijbel, als geheel, was oorspronkelijk verdeeld in 7 hoofdafdelingen. Ze zijn 1) de wet; 2) de profeten; 3) de geschriften of psalmen; 4) de evangeliën en handelingen; 5) de algemene brieven; 6) de brieven van Paulus; en 7) het boek Openbaring. Het totale aantal oorspronkelijk geïnspireerde boeken was negenenveertig, of 7 x 7, waarmee de absolute perfectie van het Woord van God werd aangetoond.
Verschijningen van het getal zeven
In het boek Openbaring zijn er zeven kerken, zeven engelen voor de zeven kerken, zeven zegels, zeven trompetplagen, zeven donderslagen en de zeven laatste plagen. De eerste opstanding van de doden vindt plaats bij de 7e bazuin, waarmee de redding voor de Kerk wordt voltooid.
Hoe is nummer zeven verbonden met Gods jaarlijkse feestdagen?
Er zijn 7 jaarlijkse heilige dagen, beginnend met Pascha en eindigend met de laatste grote dag (de dag nadat het Loofhuttenfeest eindigt in de herfst). De cyclus van de heilige dagen wordt in 3 festivalseizoenen voltooid door de 7e maand van de heilige kalender: Pascha en Ongezuurde Broden, 1e maand; Pinksteren, 3e maand; en Trompetten, Verzoening, Loofhutten en Laatste Grote Dag, 7e maand.
Aanvullende informatie over de Bijbelse betekenis van 7
Jezus verrichtte zeven wonderen op Gods heilige sabbatdag (die liep van zonsondergang op vrijdag tot zonsondergang op zaterdag), waarmee hij de voortdurende heiligheid voor God en de noodzaak in het leven van de gelovige bevestigde.
-
Jezus genas de verdorde hand van een man die synagogediensten bijwoonde (Mattheüs 12: 9)
-
In een synagoge in Kapernaüm werpt hij een onreine geest die een man bezat (Marcus 1:21)
-
Direct na het bovenstaande wonder geneest Jezus de moeder van Petrus ‘vrouw van koorts (Marcus 1:29)
-
Een vrouw die de synagoge bezoekt, die achttien jaar lang ziek werd gemaakt door een demon, wordt bevrijd uit haar slavernij (Lucas 13:11)
-
Bij het huis van een Farizeeër die een maaltijd eet met de gastheer en verschillende advocaten, geneest Jezus een man met waterzucht (Lucas 14: 2)
-
Een man die gehandicapt is en niet in staat is om te lopen wordt genezen bij het bad van Bethesda (Johannes 5: 8 – 9)
-
Jezus geneest een blind geboren man bij het bad van Siloam (Johannes 9:14)