American Visionary Art Museum (AVAM), monumentaal museum in Baltimore, Maryland, met werken van autodidactische kunstenaars wiens esthetische gevoeligheden persoonlijk zijn in plaats van ontwikkeld vanuit een bestaande culturele traditie.
De missie van de AVAM is het verzamelen en tentoonstellen van het werk van autodidactische kunstenaars. Hoewel veel van deze kunstenaars soms worden gekarakteriseerd als volkskunstenaars, vermijdt AVAM opzettelijk volkskunst per se en promoot in plaats daarvan kunstenaars wiens unieke creatieve visie en intuïtieve benadering hen onderscheiden van de gevestigde of geërfde tradities die kenmerkend zijn voor volkskunst of de academische schone kunsten. AVAM, gelegen aan de Inner Harbor van Baltimore, werd in 1995 geopend als resultaat van een grassroots-beweging onder leiding van zijn excentrieke oprichter en directeur, Rebecca Alban Hoffberger. Nadat ze de middelbare school had verlaten voordat ze afstudeerde en de AVAM zelfstandig had opgericht, was ze een controversieel figuur onder de meer traditioneel opgeleide verzamelaars en wetenschappers van outsider art. De zelfbewuste excentriciteit van het museum en de omarming van het unieke, het fantastische en de avant-garde worden weerspiegeld in zowel de architectuur als de collectie. Het hoofdgebouw van AVAM combineert een historische industriële structuur met nieuwe architectonische elementen, waaronder een enorme metalen trap gegoten door kunstenaar David Hess. De zes galerijen van het hoofdgebouw zijn in totaal zo’n 35.000 vierkante voet (3.250 vierkante meter), met enkele van de 4.000 stukken in de permanente collectie, evenals tijdelijke tentoonstellingen, die het grootste deel van de galerieruimte innemen. De museumruimte omvat ook de Tall Sculpture Barn (ooit een pakhuis dat eigendom was van een whiskydistilleerder), de Sculpture Plaza en de Wildflower Garden.
Hoewel het museum enige continuïteit behoudt door zijn permanente collectie, benoemt het regelmatig gastcuratoren om nieuwe exposities op te zetten.